“Die vraag krijg ik mijn strot niet uit hoor! Dat zou ik nooit zo zeggen…”

Ik glimlach, dit komt wel vaker voor, dat mijn stijl van vragen stellen niet past bij de deelnemers. Het is natuurlijk niet nodig dat zij precies déze vraag gaan stellen, die ze er niet met fatsoen uit krijgen, omdat dat niet bij hun stijl of werkwijze past.

Het ging hier om een hele belangrijke vraag, wanneer bijvoorbeeld een collega bij je komt met een heel verhaal over een situatie die hem of haar hoog zit. Een vraag die de eerste impuls – ik ga meteen in de hulpstand om een oplossing te verzinnen voor deze collega – even op de rem zet. Dus leren wij onze deelnemers om eerst te vragen: Wat wil je nu van mij? Waarop deze deelnemer dus zei: “Die vraag krijg ik mijn strot niet uit hoor! Dat zou ik nooit zo zeggen…”

Veel deelnemers die beginnen met coachen van collega’s, zijn heel hulpvaardig. En oplossingsgericht. Twee prachtige kwaliteiten, die heel goed van pas komen wanneer je coacht.

Twee kwaliteiten ook, die echter niet direct helpend zijn in de ontwikkeling van degene die bij jou komt, als je direct jouw oplossing voor het vraagstuk als eerste voorschotelt aan je collega.

De collega krijgt daarmee namelijk een oplossing die hij of zij niet zelf bedacht heeft. En misschien is het wel geen antwoord op de vraag die de collega jou had willen stellen. Bovendien creëer je als coach het risico, dat de collega afhankelijk van jou blijft in het werk, in plaats van op eigen benen komt te staan.

We deden een brainstorm: Welke vraag zou je wél willen stellen, die dezelfde strekking heeft? Zodat je erachter komt waar deze collega behoefte aan heeft. Zodat de collega zich kan realiseren: wat wil ik eigenlijk met deze situatie en wat wil ik voor hulp? Wil ik mijn verhaal kwijt? Of wil ik bevestiging dat de oplossing die ik in mijn hoofd heb klopt? Of wil ik dat iemand het van me overneemt? Of wil ik weten wat de eerstvolgende stap zou kunnen zijn? Dat maakt nogal uit in het antwoord dat je als coach geeft … Bovendien leer je je collega daarmee beter kennen en voelt die zich nóg beter gehoord.

Bij de brainstorm waren dit een paar alternatieven:

  • Hoe zou ik je op dit moment kunnen helpen?
  • Wat kan ik nu voor je betekenen?
  • Waar heb je behoefte aan?
  • Wat is je vraag aan mij in deze situatie?

Een van de principes die mensen enorm waarderen in onze  Leergang coachen en beïnvloeden, is dat we de theorie zo concreet mogelijk vertalen naar de dagelijkse praktijk van de deelnemers, zodat ze die de volgende dag, of dezelfde dag nog, kunnen toepassen in de dagelijkse praktijk.

Deze vraag ook daadwerkelijk gaan stellen in je dagelijkse praktijk, is onderdeel van de huiswerkopdracht die deelnemers krijgen tussen de lesdagen in. Zodat zij het stap voor stap in de vingers krijgen, en direct merken welk effect dit heeft, op henzelf én op de mensen met wie zij werken.